Hoe bereken je de inkoopkosten?
Deze keer gaan we dieper in op de kosten van een product of dienst, inclusief de kosten die we in het algemeen kunnen bedenken. Sommige kosten bestaan bij elk bedrijf en daar zal de focus liggen.
Elke bar of restaurant heeft meerdere drankjes of gerechten die verkocht worden. Al deze items moeten afzonderlijk worden berekend. Een goede berekening komt het bedrijf ten goede. Het is duidelijk dat de verkoopprijs niet onder, of gelijk aan, de totale kosten per product mag liggen. Daarbovenop komt een winstmarge, wat dat ook moge zijn.
Het zal veel werk zijn om dit dagelijks te berekenen, dus het is beter om dit wekelijks, maandelijks of zelfs jaarlijks te doen.
Het is behoorlijk intensief, dus let goed op:
-
Variabele kosten
-
Inkoop
-
Personeel oproepbasis
-
Het berekenen van deze variabele kosten is eenvoudig omdat ze alleen voorkomen bij de verkoop van een product.
-
Vaste kosten
-
Huur of hypotheek
-
Gas- water- en lichtrekening
-
Magazijnkosten
-
Marketingbudget (indien vast, je kan ook een vast percentage van de omzet gebruiken)
-
Personeel
-
Het berekenen van vaste kosten is lastig omdat je ze over alle verkopen moet verdelen.
Twee manieren om vaste kosten te verdelen:
-
De eenvoudige versie is om te kijken naar een bepaald tijdsbestek en alle kosten + het aantal producten dat het bedrijf (verwacht) te verkopen en deze vervolgens gelijkmatig te verdelen. Dit werkt vooral goed voor start-ups of kleine tot middelgrote bedrijven.
Bijv. Je vaste kosten zijn € 10.000 per maand, je verwacht 1.000 items te verkopen. De kosten per item = € 10.000 / 1.000 = € 10 per item (dit komt bovenop de kostprijs/variabele kosten)
-
ABC-methode (Activity Based Costing) is meer boekhoudkundig. Je berekent de vaste kosten en beslist welk percentage naar welke afdeling (keuken, kantoor, bar) gaat. Per afdeling bepaal je welk percentage zij gebruiken voor een bepaald product dat het bedrijf te koop heeft en verdeelt de kosten dienovereenkomstig.
Hoe berekenen we uiteindelijk onze kosten voor een bepaald tijdsbestek:
-
Neem alle variabele(excluief inkoop) kosten voor een gespecificeerd tijdsbestek
-
Neem alle vaste kosten voor hetzelfde gespecificeerde tijdsbestek
-
De gecombineerde (1 + 2) variabele en vaste kosten moeten worden gedeeld door het aantal verkochte producten
-
We weten nu hoeveel elk verkocht product zal kosten bovenop de werkelijke kostprijs die we betalen om het daadwerkelijk door een leverancier te laten leveren
-
De som van beide is de kostprijs van het product dat we verkopen
Persoonlijke opmerking:
Al deze berekeningen vind ik erg leuk. Het geeft je zoveel meer inzicht en het maakt niet uit of je een werknemer, manager of eigenaar bent. Meer leren ontwikkelt je tot een echte professional binnen hospitality en maakt werken veel leuker. Voor mij is het in ieder geval een uitdaging en dat geeft mij energie.
Maak je geen zorgen als je dit niet helemaal onder de knie krijgt, je bent niet de enige. Grotere bedrijven spelen vals, ze hebben meer mensen op kantoor die de hele dag niets anders doen dan werken met cijfers. Maar dat betekent niet dat je het allemaal samen moet laten voor wat het is, vraag om hulp. Huur een accountant in, zoek een handige student in de buurt of vraag het mij door een verzoek in te dienen via de contactpagina.
Gastvrije groet,
Den The Man